Tilt oplossen van je astro camera: zo krijg je je sensor recht
Hoe je tilt uit je astrocamera haalt – stap voor stap uitgelegd
Heb je wel eens gemerkt dat de sterren op je astrofoto’s aan één kant niet helemaal rond zijn terwijl dit in de andere hoek wel zo is? Grote kans dat je last hebt van tilt. Niet te verwarren met backfocus – tilt betekent dat je camerasensor niet helemaal recht staat ten opzichte van je optiek. En dat kan behoorlijk frustrerend zijn.
Maar geen paniek: je kunt de tilt corrigeren met behulp van een tiltplaat en een tilt-adjuster. In deze blog laat ik je stap voor stap zien hoe je dat doet, zodat je straks weer geweldige deep-skyfoto’s kunt maken – zonder uitgerekte sterren door tilt.
Hoe weet je dat je last hebt van tilt?
De makkelijkste manier is via software. Programma’s zoals SiriL, ASI Studio en PixInsight hebben tools waarmee je kunt zien of je last hebt van tilt.
Toen Arenda haar ZWO ASI 2600 MC Pro camera controleerde, bleek dat de tilt flink was – dat zag je meteen op de foto’s. Tijd om aan de slag te gaan om de tilt te corrigeren.
Wat je nodig hebt
We gebruikten de Astro Precision Tilt Adjuster M48 V5, een handig apparaatje met een ingebouwde laser en de tilt plaat die al aanwezig was op de ASI2600MC-Pro camera. De tilt adjuster plaats je op je camera en via software wordt er door middel van een drie punts meting een cirkel berekend die vervolgens zo klein mogelijk gemaakt dient te worden om de tilt te corrigeren. Eerst moeten hiervoor wel getallen worden ingevoerd, zo ook de afstand tussen de sensor en de tilt adjuster. In ons geval was dat 39,91 mm.
In de software vul je vervolgens allerlei gegevens in, zoals de pixel- en sensorgrootte, en hoeveel schroefpunten je tiltplaat heeft. Ons exemplaar heeft drie stelpunten met zogeheten push– en pull-schroeven: de één trekt de plaat dichter naar de sensor, de ander duwt ’m iets naar voren. Door die schroeven subtiel te verstellen, kun je de hoek van de sensor precies corrigeren.
Meten is weten
Zodra alles goed zit, start je de software (download hier) en zet je de tilt-adjuster aan. Die kalibreert eerst de laser. Vervolgens maak je een profiel aan voor jouw camera – bijvoorbeeld de ASI 294 MC Pro of de ASI 2600 MC Pro – met alle relevante instellingen.
Daarna laat je de software drie metingen uitvoeren, telkens boven één van de drie stelpunten. Zo krijg je een cirkel met drie meetpunten: hoe dichter die punten bij elkaar liggen, hoe rechter je sensor staat.
De software toont vervolgens een grafiek met lijnen en waardes zoals critical focus zone en seeing. Het doel is dat de gemeten waarden zo dicht mogelijk bij de theoretische komen. Helemaal perfect wordt het zelden, maar hoe kleiner het verschil, hoe beter.
Tijd voor het echte werk
Blijkt uit de meting dat er tilt aanwezig is? Dan pak je je inbussleutel.
Draai aan de *pull-* en of *push* schroeven tot het kruis naar het midden van de cirkel gaat en meet opnieuw. Herhaal dit tot de rode lijn (de raw plot) in de software mooi binnen de groene en blauwe lijnen valt. Dat betekent dat je sensor vrijwel recht staat.
Ziet alles er goed uit? Dan is het tijd voor de ultieme test: foto’s maken!
Het resultaat
Bij mijn onze camera test was de theoretische waarde 38,76 µm en het uiteindelijke resultaat 36,12 µm – dit gaf een flinke verbetering.
De echte bevestiging kwam natuurlijk pas toen we de nieuwe foto’s maakte en deze vergeleek met de oude. De sterren waren nu overal rond: geen scheve veldhoeken meer, geen vervormingen.
Tot slot
Het kost wat tijd en geduld om tilt goed af te stellen, maar het is het absoluut waard. Met een tiltplaat en tilt-adjuster kun je zelfs een flink scheve sensor weer perfect recht krijgen.
Dus: pak je inbussleutel, download de software en ga aan de slag. Want als je eenmaal tilt-vrij fotografeert, wil je nooit meer anders.